Aan de grote leestafel in de centrale bibliotheek in de stad zitten twee dames als ik aanschuif met mijn tijdschrift. Tegenover mij leest een Hindoestaanse mevrouw op leeftijd, getooid met een paarse soort tulband-achtige creatie op haar hoofd en bril met houden montuur, zachtjes fluisterend het artikel dat zij heeft opengeslagen. Ze lijkt compleet op te gaan in de tekst, de wereld om haar heen doet er even niet toe.
Een meter of 1,5 afstand leest rechts van mij een Marokkaanse mevrouw, gekleed in een beige jas en een zwarte hoofddoek een blad. Op de stoel links van haar staat haar boodschappentas.
Plotseling klinkt er een schel muziekje uit haar tas. Het geluid in de stille ruimte valt op, automatisch kijk ik naar haar en zie haar naar het apparaat grijpen om het geluid uit te zetten. Ik glimlach naar haar. omdat ik het grappig vind; het is een onverwachte gebeurtenis uit het niets. Misschien wat puberaal, maar niet kwetsend. Maar het feit dat ik kijk en ook nog glimlach, wekt haar toorn op.
'Ik zet hem uit,' zegt ze. Ik glimlach en wil zeggen dat het niet geeft. 'Het is reclame, ik kan er niks aan doen dat hij gaat,' blijft zij zich verdedigen. Waarop ik zeg dat ik er niks van zeg, dat het ok is. 'Ja, maar je kijkt me aan,' zegt zij. Waarop ik vraag of dat niet mag. Zij verwijt mij dat ik haar op een boze manier aankeek. Een wonderlijke observatie. Ik was aan het glimlachen. Ze wordt steeds bozer. Ik laat haar weten dat ik haar reactie niet begrijp. 'Ik ga weer lezen,' zegt ze beledigd en buigt zich opzichtig over het tijdschrift. Een goed idee.
Even later staat ze op en loopt weg. De Hindoestaanse mevrouw blijkt het tafereel al fluisterend te hebben gevolgd. 'Wat een raar mens,' zegt ze. Ik zeg dat ik haar agressieve reactie niet leuk vond en me nog ongemakkelijk had gevoeld ook. 'Ze zal wel niet goed in haar vel zitten,' zegt zij. 'En die beltoon had ze veranderd. Voordat jij hier kwam. Je had haar moeten zien hoe ze opstond en wegging. Heel beledigd.'
Ik vind het grappig dat de fluisterende mevrouw toch niet zo in zichzelf was gekeerd als wel leek. Als ik later opsta en wegga, leest ze alweer fluisterend in haar blad. Ik wens haar een fijne avond. Zij wenst mij hetzelfde. En leest weer verder. Fluisterend, als in zichzelf gekeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten