Voor het eerst dit jaar zag ik een ganzenkuiken,
lief en klein, dons in bruin en geel
Zijn ouders bruin en tinten grijs
komen uit de Nijl,
voor Nijlganzen is het park een paradijs
Blij werd ik van het ganzenkuiken
vandaag in het park
Tijdens mijn wandelingetje
in een nieuwe temperatuur
Na-winterse temperatuur,
In de nieuwe zomertijd,
Die tovertijd: drie uur is nu vier uur
De bomen kleuren alweer groener
en in sommige zag ik mooie bloemen
Ik zag een heel klein meisje
lopen
twee dansende staartjes in haar haar
Ze was niet ouder dan twee jaar
En haar vader zei:
'Zeg maar dag tegen die mevrouw',
maar dat was iets wat het meisje echt niet wou
Ze dribbelde zonder wat te zeggen
nog heerlijk onaangepast gewoon naar eigen inzicht
het park in, dus rechtdoor
Want het park, de bloemen, de eenden het buiten,
dáár kwam ze immers voor
'Morgen maar', zei ik tegen haar vader
Zij keek nog even om
grote ogen bestudeerden mij
en vroeg zich hoogstwaarschijnlijk af:
'Zou ik je morgen groeten? Ik zou echt niet weten waarom'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten