maandag 29 februari 2016

Schrikkeldag brengt februari-wesp

De zon schijnt voluit, op deze schrikkeldag van het jaar. En als je uit de februari-wind blijft, voelt hij warm aan. Met mijn vitamine-D tekort word ik extra blij van de zonnestralen. Morrigan moet toch thuis wachten op een bericht en daarom besluit ik het noodzakelijke met het aangename te verenigen: ik gooi mijn grote huiskamerraam wagenwijd open en zet mij neer in de zon om te wachten. Heerlijk. 

Dat het belangrijke bericht op zich laat wachten, is op deze manier niet zo ergerlijk.Met een gelukzalige glimlach richt ik mijn gezicht naar mijn vriend de zon. Blij streelt hij mijn huid. Buiten is het rustig. Af en toe een schreeuw van een meeuw, altijd hongerig en op zoek naar voedsel. Ik haal diep adem en dan wordt mijn rust verstoord. Een welbekend, hard gezoem bereikt mijn gehoorkamer.

Wesp

Dat kan toch niet waar zijn. Ik open mijn ogen. Jawel. Het is echt waar. Een wesp-achtig insect. In februari. Hij maakt veel herrie en vliegt op mijn planten af die in de vensterbank staan. Hij loopt eroverheen, lijkt de takken van mijn plant te bestuderen, krabbelt zich achter zijn insecten-oor. Met een tijdschrift probeer ik hem naar buiten te krijgen. Plaats het papier onder het beest en schuif hem naar boven. Maar daar stuit hij op het kozijn. En in plaats van naar boven te vliegen als ik het blad wegtrek, laat hij zich naar beneden vallen, vliegt weer naar links en gaat weer op de plant zitten. Het tafereel herhaalt zich gedurende zo’n  10 minuten. Ik heb het hart niet hem dood te meppen. Ook omdat ik niet zeker weet of dit een wesp is. Ik zie niet het felle geel wat ik anders op de wespentaille zie. Deze is wat bruiner van kleur. 


Misschien is het een bij. En een bij wil ik niet doodslaan, want die is niet gemeen en maakt honing bovendien. In elk geval, ik vind het ook een goor idee om het insect dood te meppen.



Ik geef mijn uitzetpogingen eventjes op om te kijken of het bericht waar ik op wacht al is binnengekomen. Niets. Post mij weer bij het raam waar het nu muisstil is. Ha, de februariwesp heeft het vrije ruim toch gevonden denk ik. Net als ik mijn ogen weer even wil sluiten: bzzzzzzzz. En hàrd. Ik rol een ander tijdschrift op, gemaakt van iets dikker papier, misschien kan hij daar beter op gaan zitten. De zoemer vliegt de plant weer op, nu gaat hij tussen twee bladeren zitten en het lijkt wel of hij daar vrolijk van wordt. Hij rolt uitbundig heen en weer en ik denk: wat jammer, nou moet ik je plezier bederven.

Vliegen


Met een beetje spijt pak ik de plant op, breng hem omhoog naar het open raam en met het tijdschrift wip ik het insect van het blad. Hij is snel. Binnen een seconde zie ik hem ver weg vliegen. Een nietig stipje in de oneindig ruime lucht. Kwam het bericht waar ik op wachtte ook maar zo snel. Maar dat laat vanaf het moment waarop het insect weer buiten rondvliegt nog drie kwartier op zich wachten. Gelukkig schijnt de zon voluit, op deze schrikkeldag van het jaar. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten