zondag 11 november 2018

Vlinderkusjes (2)

Een jongen met donkerbruin, krullend haar en een bril met zwart montuur staat op van zijn bank achterin de pub.
Of hij ook voor de uitvoering van vanavond komt, vraag ik hem. Ja, dat was het geval, zegt hij. Er gebeurt nog niet veel, merkt hij op. Hoe laat ze beginnen, weet hij niet. Ik dacht dat ik half acht had begrepen, maar het is half acht zie ik op mijn horloge. We kijken door het kleine raampje in de roodgeverfde, houten deur die toegang geeft tot het donkere muziekzaaltje.

Er zijn wat contouren te zien van mensen. Op het podiumpje staan microfoons en een drumstel opgesteld. Een tafeltje met twee stoelen ook. Een paar mensen zitten, een aantal loopt rond, maar publiek is nog niet te zien. We keren ons om. De jongen met de krullen zegt dat hij wacht. Ik zeg dat ik met hem mee wacht. Daarop loopt hij naar voren, naar de bar. Ik pik zijn plekje op de bank in en kom naast een wat ouder stel te zitten. Ik weet zeker dat zij ook voor de lezing en roffels komen, daar hebben zij de leeftijd naar.

Na een tijdje ga ik de zaal in, ik zie anderen het ook doen dus het zal geen verboden terrein zijn voor niet-uitvoerders. En ja, daar zie ik hem ineens, in de donkere zaal. Energiek als altijd loopt hij heen en weer ik weet niet wat te doen. Ik ga hem niet voor de voeten lopen. Hij zal zich mentaal aan het voorbereiden zijn.

Op de stoel waar ik vlak naast sta zit een man die een enthousiast een praatje met me aanknoopt. Hij komt uit de omgeving van Dover zegt hij. Folkestone. Hij is kleiner dan ik, heeft een grappige, brutale kop, is ergens in de veertig en heeft een tatoeage in zijn nek. Gary, stelt hij zich voor. We maken een babbeltje en ik heb zin om een biertje te halen. Of ik dan wel weer terug kom? Natuurlijk, zeg ik. Ik kom immers voor de voorstelling. Gary loopt mee naar de bar. En bestelt heel elegant een pintje voor zichzelf.
Ik bestel een halve Camden Hells. Hij zegt dat hij niets aanbiedt, omdat vrouwen soms beledigd zijn als een man dat voor hen doet. Emancipatie, verzucht hij. Wat een smoes om geen geld uit te geven. Waarschijnlijk heeft hij het niet. Een echte heer zou het in elk geval aanbieden. Ik houd van die mannen. Die ouderwets galant zijn. Het type dat de deur voor je openhoudt. Je in je jas helpt. Je een drankje aanbiedt als de gelegenheid daar is. Maar hij is totaal niet van dat slag. Hij zegt dat hij naar buiten gaat om te roken, Ik zeg dat ik ben gestopt en ga terug het zaaltje in.

Tot mijn opluchting zijn al meer toeschouwers naar binnen gegaan. De man met wie ik zo'n sterke zielsconnectie voel, is in gesprek met een oudere dame met grijs haar geknipt in Playmobil kapsel. Haar winterjas is grijs. Als hij me nu wel ziet, staat hij op en loopt naar me toe, brede lach op zijn gezicht. Omhelzing. Hoe het is? Zijn volgende zin is dat hij gescheiden is. Sinds vier jaar. Ik ben verbaasd en zeg dat ik hem de vorige keer, met zijn vrouw heb gezien. Dat was toch echt drie jaar geleden. Hij is verbaasd en zegt dat het misschien een vriendin was. Ik lach. Ik weet 100 procent zeker dat hij toen twijfelde en me later toch voorstelde aan de vrouw van wie hij zei dat het zijn vrouw was. 'Wild boys always shine'.

Hij loopt van me vandaan richting een meisje achter een tafel. Dat is mijn dochter, wijst hij trots. Hij kan zich herinneren dat ik zijn andere dochter had ontmoet. 'Degene die op jou lijkt,' zegt hij. Op de een of andere manier raakt die opmerking mij. Hij had mij destijds voorgesteld aan die dochter en toen zij mij een hand gaf, riep ik dat we familie waren, waarop zij mij wat wantrouwig aankeek. Van mij uit was het een manier om te zeggen dat ik vond dat ze op mijn familie lijkt. Nu blijkt hij het ook te hebben opgemerkt. Aan deze dochter die geen lange krullen, kritische blik en getinte huid heeft, stelt hij me niet voor Ze heeft een lief, rond gezicht met lachende mond, ze draagt een bril. Een paar vriendinnen zitten bij haar.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten