Dat ik zaterdagnacht een vos zag op Dalmeny Road in Londen,
was het teken dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Maar wat? Morrigan had
geen idee en wachtte op wat de volgende dag zou gebeuren.
Eieren en spek als ontbijt. Erg Engels en tot het avondeten
hoef je niets meer. Camden Lock en de
markt. Dat is de bestemming van deze dag. Morrigan is dol op deze plek: de markt van Camden is een ware heksenketel. Kledingverkopers, artistiekelingen die hun sieraden, schilderijen en
nog meer sieraden aanbieden, stoffenverkopers. Eettentjes met voedsel van over
de hele wereld. Noem het en het is er.
De markt van Camden ligt aan het water. Regent’s Canal
stroomt door dit deel van Londen.
In de Victoriaanse tijd was dit de rustplaats voor
trekpaarden. Die kwamen van heinde en verre en trokken allerlei handelswaar op
schuiten voort naar de grote stad. In Camden werden ze uitgespannen en konden ze
rusten. De zieke of gewonde paarden werden in het paardenhospitaal geholpen en ze konden hier revalideren. Hoefsmeden voorzagen de grove, edele dieren van nieuwe schoenen.
De vele bronzen beelden van de paarden op de markt verwijzen naar die Victoriaanse tijd. De sculpturen zijn bedacht en aangekocht door een zakenman uit Eastend. Dat vertelde een gids ooit eens.
Volgens haar verhaal wilde de zakenman na zijn succes in zaken graag ‘iets terugdoen’
voor de stad waar hij van houdt. Met gevoel voor historie ontwierp hij de beelden, liet ze in India maken en zette ze
neer op Camden Market Stables. Die werd ingrijpend gerenoveerd na de grote
brand van 2008.
Op deze historische en levendige plek met een
fijne,
geordende chaos, struin ik gezellig rond. Bij een kleine, tweedehands
platenzaak waar ik eerder al magische momenten beleefde, grabbel ik in de
bakken.Wat een geluk: hier ligt ‘Family of Noise’, een lp van mijn favoriete artiest Adam Ant.
‘Family of Noise’ is een plaat uit 1978 die volgde op het Ants- debuutalbum ‘Dirk wears white Sox’. Die plaat kocht ik de vorige keer in deze grootse, kleine platenzaak.
‘Hij was hier een tijdje geleden en kocht precies dezelfde
plaat,’ is de ontluisterende reactie van de eigenaar. Ik vind het magisch. Hij ook. Eddy, want dat is zijn naam, geeft spontaan
korting. We maken een praatje, hij herkent mij nog van mijn vorige bezoek. Geweldig geheugen. Ik wil hem wel omhelzen, maar dat staat zo raar, dus ik
doe het niet. Met een brede lach spreken we af dat we elkaar bij Adams volgende
concert zullen zien.
Shake, baby, shake
Ik drink wat, kronkel nog wat over de markt, en zie voor het
eerst dat aan de overkant van de weg nog een deel van de markt is gevestigd. Even
snuffelen. Mooie jassen, originele, elegante sjaaltjes, leuke tassen. Ik kijk,
bewonder en loop door. ‘Shake, baby, shake’. Ouderwets gezellige rock’n roll klinkt
uit de speakers van nóg een platenzaakje. Ik wil weten wie deze artiest is. En
als ze de plaat op voorraad hebben, wil ik hem kopen.
Een vrouw komt aangelopen
als ze me in de zaak ziet.
‘Wie zijn dat?’ vraag ik haar.
‘Dat is Boz Boorer.’
Nee, ze zal vast een andere Boz Boorer bedoelen dan degene die
ik in mijn hoofd heb.
Mooie plaat, zeg ik haar.
Dat vindt zij ook,
zegt ze. ‘Hij is mijn man.’
Magical way, denk ik.
Magical way, denk ik.
‘Dan zal je het wel mooi moéten vinden,’ merk ik op. Ze
lacht.
Of hij dan degene is die ik met mijn favoriete artiest op het podium heb
zien staan, vraag ik haar.
Tot mijn verrassing bevestigt zij. ‘Hij is hier,’ voegt ze eraan toe.
‘Zal ik hem halen?’
Ja, natuurlijk. Lyn,
want zo heet mevrouw Boorer, loopt naar achter, de zaak in.
‘Er staat hier een
dame die je heeft zien optreden, met Adam,’ roept ze naar beneden waar meneer Boorer aan het werk is. Hij prijst de platen.
‘Oh, ja dat was een mooi concert,’ hoor ik een stem uit de
kelder.
Boz komt boven. Naast een rasmusicus – hij werkt nauw samen
met onder andere Morrisey en schreef vijf nummers voor het laatste album van
Adam Ant, getiteld ‘Adam Ant is the Blueblack Hussar in Marrying the Gunner’s
Daughter’– blijkt hij een oergezellige prater.
De gitarist, tekstschrijver, zanger, handelsman, oftewel alleskunner op muziekgebied, treedt in oktober twee keer
op in Nederland. Met Morrisey, laat hij weten. Net als Morrigan houdt Boz ervan om met de
boot naar Nederland te reizen. ‘Beter dan door de Tunnel,’ en zo praten we nog een tijdje door in de platenzaak van de Boorers die in het voorjaar open ging.
Boz rock ’n
rollplaat waar hij wat voor mij opschrijft, verdwijnt in mijn tas.
En als ik wegloop, denk ik aan de vos van Dalmeny Road.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten