dinsdag 15 december 2015

Blauwe plekken

Blauwe plekken op mijn benen, pijn in mijn schouder. Morrigan maakte gisteren een smak met de fiets in de stad. En weer kwam het door mensen die niet opletten (net als twee jaar geleden toen een automobilist plotseling op de rem ging staan terwijl de achterkant van zijn auto nog op het fietspad stond).

Morrigan had het tempo aardig in de wielen zitten, gistermiddag. Op de fiets door de stad naar een afspraak toe, dacht ik dat ik na het drukste gedeelte wel weer wat energie extra kon inzetten op de pedalen. Dus vlak na het oversteken van een druk voetgangersgebied, kwam de vaart er weer wat in.

 Terwijl ik lekker fiets, gebeurt er plotseling iets waar ik niet op had gerekend: twee jonge vrouwen die voor mij fietsen en waar ik dadelijk langs ga, steken plotseling de weg over. Zonder om te kijken gaan ze ineens naar links. Ik probeer nog om ze heen te sturen, bel nog, maar ze kijken niet op of om, schijnen niets te horen behalve elkaar en boem, daar lig ik op de grond.

De vrouw tegen wie ik aanreed, kwam beter terecht dan ik. Zij landde op haar rechtervoet doordat ik ergens tegen de linkerkant van haar fiets aankwam. Ik viel op het harde asfalt en kreeg beide fietsen over mij heen. Overeind komen ging niet, omdat de fiets op een rare manier over mijn been lag. De jonge vrouwen keken naar me en vroegen hoe het ging. ‘Ik kan niet overeind komen.’ Ze schenen het vooral irritant te vinden. Gelukkig kwam er een man die ik van schrik niet eens heb gezien. Ik hoorde zijn stem, zag een helpende hand die mij gemakkelijk overeind trok en weg was hij. Wou dat ik de engel had gezien.

Toen ik eenmaal stond, zei ik haar  zei nog aan haar dat ze eerst had moeten kijken voordat ze overstak, wat mij kwam te staan op een woeste blik. Wat was ik blij dat er twee agentes bij kwamen toen de man was verdwenen. Zij zeiden ook tegen diegene dat ze eerst had moeten kijken voordat ze overstak en het doorgaande verkeer door had moeten laten gaan. Waarop haar nare vriendin haar nog probeerde te verdedigen.

Het leek de agentes een goed idee als wij telefoonnummers zouden uitwisselen. ‘Want je weet niet hoe het later is,’ zei een van de twee agentes op het moment dat de twee meiden al hadden geconcludeerd dat er niets aan de hand was. Maar  de jonge vrouw wilde mijn telefoonnummer niet eens hebben. Daarmee gaf ze aan dat het haar werkelijk niets kon schelen. Ik heb haar telefoonnummer wel, maar bellen doe ik niet. Daar komt alleen maar stress van. 

De schrik was erg. De hoofdpijn die ik ’s middags had door de val en de pijn mijn nek en schouders (zwakke plekken na whiplash), pijn in mijn rug en heup gisteravond, waren erg. Vandaag is de ergste pijn gelukkig weggetrokken. Mijn schouders doen nog wel erg zeer en ik heb blauwe plekken op mijn rechterknie en been. 
Maar het ergste vond ik nog dat degene die de fout had gemaakt, niet eens contact met mij wilde maken. Ze keek, vond het belangrijk dat er lichamelijk niets aan de hand was (in de zin van botbreuken of anders ernstigs), want voor die ellende zou zijn kunnen opdraaien en wilde direct door. Binnen 10 seconden. Het is die keiharde, compassieloze reactie van beide meiden die ik het allerergste vind van het hele gebeuren.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten