Blauwe plekken op mijn benen, pijn in mijn schouder.
Morrigan maakte gisteren een smak met de fiets in de stad. En weer kwam het
door mensen die niet opletten (net als twee jaar geleden toen een automobilist
plotseling op de rem ging staan terwijl de achterkant van zijn auto nog op het
fietspad stond).
Morrigan had het tempo aardig in de wielen zitten,
gistermiddag. Op de fiets door de stad naar een afspraak toe, dacht ik dat ik
na het drukste gedeelte wel weer wat energie extra kon inzetten op de pedalen. Dus
vlak na het oversteken van een druk voetgangersgebied, kwam de vaart er weer
wat in.
Terwijl ik lekker
fiets, gebeurt er plotseling iets waar ik niet op had gerekend: twee jonge
vrouwen die voor mij fietsen en waar ik dadelijk langs ga, steken plotseling de
weg over. Zonder om te kijken gaan ze ineens naar links. Ik probeer nog om ze
heen te sturen, bel nog, maar ze kijken niet op of om, schijnen niets te horen
behalve elkaar en boem, daar lig ik op de grond.
De vrouw tegen wie ik aanreed, kwam beter terecht dan ik. Zij
landde op haar rechtervoet doordat ik ergens tegen de linkerkant van haar fiets
aankwam. Ik viel op het harde asfalt en kreeg beide fietsen over mij heen.
Overeind komen ging niet, omdat de fiets op een rare manier over mijn been lag.
De jonge vrouwen keken naar me en vroegen hoe het ging. ‘Ik kan niet overeind
komen.’ Ze schenen het vooral irritant te vinden. Gelukkig kwam er een man die
ik van schrik niet eens heb gezien. Ik hoorde zijn stem, zag een helpende hand
die mij gemakkelijk overeind trok en weg was hij. Wou dat ik de engel had gezien.
Toen ik eenmaal stond, zei ik haar zei nog aan haar dat ze eerst had moeten
kijken voordat ze overstak, wat mij kwam te staan op een woeste blik. Wat was
ik blij dat er twee agentes bij kwamen toen de man was verdwenen. Zij zeiden
ook tegen diegene dat ze eerst had moeten kijken voordat ze overstak en het
doorgaande verkeer door had moeten laten gaan. Waarop haar nare vriendin haar
nog probeerde te verdedigen.
Het leek de agentes een goed idee als wij telefoonnummers
zouden uitwisselen. ‘Want je weet niet hoe het later is,’ zei een van de twee agentes op het moment
dat de twee meiden al hadden geconcludeerd dat er niets aan de hand was.
Maar de jonge vrouw wilde mijn
telefoonnummer niet eens hebben. Daarmee gaf ze aan dat het haar werkelijk
niets kon schelen. Ik heb haar telefoonnummer wel, maar bellen doe ik niet.
Daar komt alleen maar stress van.
De schrik was erg. De hoofdpijn die ik ’s
middags had door de val en de pijn mijn nek en schouders (zwakke plekken na
whiplash), pijn in mijn rug en heup gisteravond, waren erg. Vandaag is de ergste
pijn gelukkig weggetrokken. Mijn schouders doen nog wel erg zeer en ik heb
blauwe plekken op mijn rechterknie en been.
Maar het ergste vond ik nog dat
degene die de fout had gemaakt, niet eens contact met mij wilde maken. Ze keek,
vond het belangrijk dat er lichamelijk niets aan de hand was (in de zin van botbreuken of anders ernstigs), want voor die
ellende zou zijn kunnen opdraaien en wilde direct door. Binnen 10 seconden. Het
is die keiharde, compassieloze reactie van beide meiden die ik het allerergste vind van het
hele gebeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten