De dagen naar Volle Maan toe brengen altijd een zware
energie met zich mee, Daaraan werd Morrigan vandaag dubbel herinnerd. Maar één
reminder moet me echt van het hart, omdat het me werkelijk kwetste.
‘Ik wilde al met je praten. Je had laatst bij ons
aangebeld,’ zei ze, mijn Nigeriaanse buurvrouw toen ze mij vanmorgen op straat
zag.
‘Oh,’dacht ik, ‘wil ze een afspreken?’ Ik bevestigde dat ik een paar weken
geleden had aangebeld.
‘Je vroeg mijn man of hij de deur wel voor je wilde
openhouden.’ Ook dat kon ik beamen. Het klopte helemaal.
Ik belde aan, omdat zij op de begane grond wonen. Bovendien
vond ik hen aardig. De buren naast hen groeten amper en maken duidelijk dat contact ongewenst is. Maar met deze buren maakte ik altijd een
praatje. Haar kinderen vind ik schattig. Dus aan hem of haar (wie er ook maar open zou doen) wilde ik vragen eventjes de portiekdeur voor mij open te houden. De haak waarmee je de deur kunt vastzetten, ontbrak. Dat was
al een tijdje weg en ik vergat telkens er melding van te maken. Geen van de
buren had zich bedacht actie te ondernemen. Het gevolg van het ontbrekende
haakje was dat ik mijn fiets niet uit de kelder naar buiten kon krijgen. Kwestie van zeer beperkte ruimte en een zeer steil gootje
waardoor je je fiets omhoog moet duwen.
De man deed open. Ik meende twijfel te bespeuren toen ik
mijn vraag stelde, maar toen hij zijn zoontje van 6 of 7 (denk ik) zei dat hij
de deur mocht openhouden, dacht ik: ‘oké, hij wil zijn kind leren dat je een
ander gewoon kunt helpen.’ Ik had het jongetje nog bedankt.
Belediging
Máár, dit was helemaal fout, zo maakte mijn buurvrouw mij
duidelijk. Het was een belédiging voor haar man dat ik hem had gevraagd de deur voor
mij, alleenstaande vrouw, open te houden. Zij stond onder de douche en kon er
niet bij, maar toen ze hoorde over mijn ‘actie’ was zij ook beledigd en kwáád, zei ze.
Stomverbaasd was ik.
‘Waarom?’
In niet mis te verstane
woorden maakte zij mij duidelijk dat ‘it’ niet past in hun Afrikaanse cultuur.
Mijn verbazing steeg. Ik ken heel wat Afrikaanse mensen, maar nog nooit had ik
ervan gehoord dat een man een vrouw niet mocht helpen. Maar goed, omdat zij dat
zo stellig beweerde, bewoog ik met haar mee en probeerde tot drie keer aan toe
duidelijk te maken dat ik alleen om hulp had gevraagd (ja, en wat voor hulp,
kwestie van 2 seconden). Zij zei dat ze wist dat ik geen kwaad in de zin. Nou oké,
eind goed al goed, dacht ik.
Helaas, ze bleef erbij dat het in Afrika niet de gewoonte was als
vrouw een man om hulp te vragen, een belediging is het. Waarop ik haar duidelijk
maakte dat wij hier in Nederland wonen en dat het hier volstrekt normaal is om
bij buren aan te bellen. Ik merkte dat ik driftig begon te worden. Zij bleef
herhalen dat dit in ‘our culture’ werkelijk niet kon. Ik mocht aanbellen als ik
langs wilde komen, maar onder geen beding mag ik in de toekomst meer om hulp
vragen. Daarvoor moet ik in het vervolg maar
bij een andere buur aanbellen. Discussie gesloten, dat was voor mij wel
duidelijk.
Dus zei ik dat ik niet meer zou aanbellen (daar heb ik ook werkelijk
geen zin meer in) voor hulp. Daar leek
ze tevreden mee, draaide zich om, liep weg en zonder om te kijken wenste ze mij
‘a nice day’ .
Met stomheid geslagen. Ik zal ook niet meer tegen haar
spreken. Aanbellen zal ik uit mijn hoofd laten. Haar missie is volbracht. Morrigan is verdrietig. Gelukkig
is er eerder deze week op mijn verzoek een nieuwe haak geplaatst. Ik hoop dat
de portiekbewoners deze niet
kapottrekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten