vrijdag 22 januari 2016

Met stomheid geslagen

De dagen naar Volle Maan toe brengen altijd een zware energie met zich mee, Daaraan werd Morrigan vandaag dubbel herinnerd. Maar één reminder moet me echt van het hart, omdat het me werkelijk kwetste. 

‘Ik wilde al met je praten. Je had laatst bij ons aangebeld,’ zei ze, mijn Nigeriaanse buurvrouw toen ze mij vanmorgen op straat zag. 
‘Oh,’dacht ik, ‘wil ze een afspreken?’ Ik bevestigde dat ik een paar weken geleden had aangebeld.  
‘Je vroeg mijn man of hij de deur wel voor je wilde openhouden.’ Ook dat kon ik beamen. Het klopte helemaal.

Ik belde aan, omdat zij op de begane grond wonen. Bovendien vond ik hen aardig. De buren naast hen groeten amper en maken duidelijk dat contact ongewenst is. Maar met deze buren maakte ik altijd een praatje. Haar kinderen vind ik schattig. Dus aan hem of haar (wie er ook maar open zou doen) wilde ik vragen eventjes de portiekdeur voor mij open te houden. De haak waarmee je de deur kunt vastzetten, ontbrak. Dat was al een tijdje weg en ik vergat telkens er melding van te maken. Geen van de buren had zich bedacht actie te ondernemen. Het gevolg van het ontbrekende haakje was dat ik mijn fiets niet uit de kelder naar buiten kon krijgen. Kwestie van zeer beperkte  ruimte en een zeer steil gootje waardoor je je fiets omhoog moet duwen. 

De man deed open. Ik meende twijfel te bespeuren toen ik mijn vraag stelde, maar toen hij zijn zoontje van 6 of 7 (denk ik) zei dat hij de deur mocht openhouden, dacht ik: ‘oké, hij wil zijn kind leren dat je een ander gewoon kunt helpen.’ Ik had het jongetje nog bedankt.

Belediging

Máár, dit was helemaal fout, zo maakte mijn buurvrouw mij duidelijk. Het was een belédiging voor haar man dat ik hem had gevraagd de deur voor mij, alleenstaande vrouw, open te houden. Zij stond onder de douche en kon er niet bij, maar toen ze hoorde over mijn ‘actie’ was zij ook beledigd en kwáád, zei ze.
Stomverbaasd was ik. 
‘Waarom?’ 
In niet mis te verstane woorden maakte zij mij duidelijk dat ‘it’ niet past in hun Afrikaanse cultuur. Mijn verbazing steeg. Ik ken heel wat Afrikaanse mensen, maar nog nooit had ik ervan gehoord dat een man een vrouw niet mocht helpen. Maar goed, omdat zij dat zo stellig beweerde, bewoog ik met haar mee en probeerde tot drie keer aan toe duidelijk te maken dat ik alleen om hulp had gevraagd (ja, en wat voor hulp, kwestie van 2 seconden). Zij zei dat ze wist dat ik geen kwaad in de zin. Nou oké, eind goed al goed, dacht ik.

Helaas, ze bleef erbij  dat het in Afrika niet de gewoonte was als vrouw een man om hulp te vragen, een belediging is het. Waarop ik haar duidelijk maakte dat wij hier in Nederland wonen en dat het hier volstrekt normaal is om bij buren aan te bellen. Ik merkte dat ik driftig begon te worden. Zij bleef herhalen dat dit in ‘our culture’ werkelijk niet kon. Ik mocht aanbellen als ik langs wilde komen, maar onder geen beding mag ik in de toekomst meer om hulp vragen. Daarvoor moet ik in het vervolg maar bij een andere buur aanbellen. Discussie gesloten, dat was voor mij wel duidelijk. 

Dus zei ik dat ik niet meer zou aanbellen (daar heb ik ook werkelijk geen zin meer in) voor hulp.  Daar leek ze tevreden mee, draaide zich om, liep weg en zonder om te kijken wenste ze mij ‘a nice day’ .
Met stomheid geslagen. Ik zal ook niet meer tegen haar spreken. Aanbellen zal ik uit mijn hoofd laten. Haar missie is volbracht. Morrigan is verdrietig. Gelukkig is er eerder deze week op mijn verzoek een nieuwe haak geplaatst. Ik hoop dat de portiekbewoners deze niet  kapottrekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten