“Zie je bij het volgende concert van Adam,” zei Eddy in
september tegen mij. De eigenaar van een platenzaakje op de Londense markt
Camden Lock en ik wisten toen nog niet dat mijn favoriete artiest Adam Ant eind
november vier concerten op rij zou geven. Dat deed mijn favoriete artiest dus
wel. Het voelde als magie.
Voor mijn verjaardag
kreeg ik een kaartje. Een kaartje voor de laatste show uit deze serie van vier
concerten van Adam Ant in Islington Assembly Hall, nu precies twee weken geleden. Ik was heel blij met dit cadeau. Dus ik
ging naar Adams 'Dirk wears white Sox' show toe.
Wat wilde het toeval? Op de septemberdag dat ik Eddy tegenkwam, ontmoette ik ook
Lyn Boorer. Toen nog niet wetende dat de wederhelft van de bekende Londense
gitarist Boz Boorer (speelt met onder andere Morrisey, werkte samen met Adam
Ant) zelf ook in een band speelde. De
contrabas blijkt al drie decennia haar instrument. Lyn speelt in de band ‘Viva
le Pink’. En juist deze vrolijke rockabilly-band
stond op de dag waarvoor Morrigan een kaartje had in het voorprogramma van Adam
Ant. Het gaf mij het gevoel dat mijn
vrienden op het podium stonden in die sfeervolle zaal in art–deco stijl uit
1930 aan Upper Street.
Een bescheiden rij stelt zich op voor de nog gesloten deuren
van de zaal in Noord-Londen. Eddy zie ik niet. Misschien is hij al naar een van de drie eerder optredens geweest. In de rij sta ik naast Paul, een man die in de buurt
opgroeide, maar nu als keurig getrouwd man in Norfolk woont. Speciaal voor dit concert
in zo’n intieme zaal, mòest hij even terug naar zijn oude buurt, zegt hij. “Ik ging al naar
Adams concerten voordat hij doorbrak bij het grote publiek,’’ vertrouwt hij mij toe. “Ik zag hem in clubs als de
Marquee en andere kleine zalen. Een leuke tijd. Tegenwoordig is alles een beetje…tam.’’ Morrigan knikt instemmend.
“Dit concert laat me weer jong voelen,’’
zegt de sympathieke blonde vijftiger (ja, hij is blond en niet grijs). Hoeft
zijn vrouw zich eigenlijk niet meer jong te voelen? Waar is zij? “Mijn vrouw houdt
niet van zijn muziek. Ze is meer van Rod Stewart enzo,’’ klinkt het een beetje
beteuterd. Beetje tam voor deze man, die
ouwe Rod. Dus moest hij wel alleen naar Adam.
Dat mag de pret niet drukken. We hebben geluk, de hele dag
regende het pijpestelen, of zoals Adam het zingt in ‘Day I met God ‘ ‘it was pissing with rain’. Een uur
voordat de zaal open gaat houdt de constante regenval op. En het blijft droog.
Deuren open, concertbezoekers die op
‘guestlist’staan mogen als eerste naar binnen. En dan volgt de rest.
Mooi, zacht, dik tapijt op de vloer.Stijlvolle trappen. Lange gang naar garderobe en toilet die zich onder het gebouw bevinden. Het
theater uit 1930 is prachtig. Met een ouderwets balkonnetje, een
geïmproviseerde bar, een plek waar oud en nieuw elkaar ontmoeten: de zaal sloot
in de jaren ’80, maar werd na jaren gerestaureerd. De heropening was vier jaar geleden.
Dat er een rockconcert wordt gehouden schijnt uitzonderlijk te zijn. De
verantwoordelijken zouden bang zijn voor chaotische taferelen. Maar Adam is beroemd, een fijne prater en waarschijnlijk een geliefd persoon bij het bestuur, dus krijgt hij toestemming zijn concert in deze sfeervolle zaal te geven.
Het voorprogramma begint. Twee bands: Viva le Pink en the
Caezars moeten het publiek opwarmen voor Adam. “Somebody there?” vraagt Lyn
Boorer in de microfoon als zangeres Missy le Pink enthousiast roept dat we
allemaal voor Adam zijn gekomen, maar de zaal geen krimp geeft. Hoe goed de
band ook speelt, het publiek reageert nogal koel op de muzikale band. Adam zit in
de hoofden van de toeschouwers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten